Hoe geef ik succesvol borstvoeding?
Jouw melk is de beste voeding. Het bevat alle belangrijke voedingstoffen die je baby nodig heeft. Borstvoeding wordt veelal beter opgenomen en is beter verteerbaar dan andere voeding. Naast deze gegeven feiten schept borstvoeding een unieke band. Het lichaamscontact geeft jouw baby een gevoel van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen. Dit heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van je baby.
Maar hoe graag je het ook wilt, borstvoeding geven gaat niet altijd vanzelf. Lichamelijke of emotionele beperkingen kunnen invloed hebben op het slagen van borstvoeding. Luister goed naar wat je gevoel en lichaam aangeven en voel je niet schuldig over de keuzes die je op dat moment moet maken. Vragen over borstvoeding, twijfel over borstvoeding of moeilijkheden tijdens het geven van borstvoeding? Schakel op tijd de hulp in van een verloskundige, de kraamhulp of een lactatiekundige.
Voorbereiden op het geven van borstvoeding
Wanneer je graag borstvoeding wil geven is het goed je vooraf in te lezen en je te laten informeren door deskundigen. Dat kan via jouw eigen verloskundigenpraktijk, zij kunnen beschikbaar foldermateriaal verstrekken of informatie over een geschikte cursus m.b.t. het geven van borstvoeding. Maar denk ook aan betrouwbare forums, boekjes of de website van de borstvoedingorganisatie La Leche League. Het lezen van deze blog is overigens ook een goede vorm van voorbereiding.
Voor het eerst aanleggen
Het eerste contact met je pasgeboren baby is een bijzonder moment. Het lichamelijke contact tussen jullie bevorderd de ontwikkeling van je baby. Het heeft ook een positieve invloed op het geven van borstvoeding. Jouw lichaam, maar ook jouw kindje hebben een natuurlijke aanleg voor het geven en krijgen van borstvoeding. Dat kan je stimuleren door zo snel mogelijk na de geboorte je baby aan te leggen. De aanwezige verloskundige of assisterende kraamhulp kan je daar goed bij helpen.
Wanneer je baby goed aanligt heeft het veel borst in de mond: de hele tepel en een groot deel van de tepelhof. Goed aanhappen gaat soms vanzelf, maar het kan ook de nodige aandacht vragen. Laat je vooral begeleiden door de aanwezig deskundigen op dat moment.
Een paar “basis tips” die je kunnen helpen wanneer je voor het eerst aanlegt:
- De tepel gaat richting de neus van de baby, zorg ervoor dat de tepel niet voorbij het neusje gaat of richting het kinnetje wijst.
- Ondersteun met je hand het gewicht van het hoofdje van je baby.
- Je kunt de billetjes van je baby op je arm leggen ter ondersteuning.
- Breng je borst niet naar het kindje, breng het lijfje naar jouw lichaam. Het hoofdje volgt vanzelf.
- Het lijfje en de beentjes liggen als het waren om je heen.
- Het neusje moet vrij blijven en het kinnetje tegen jouw borst aankomen. Het hoofdje ligt dus iets achterover.
- Leun een beetje van je baby af.
- Leg aan als het mondje op zijn wijdst open is.
Zorg bij het geven van borstvoeding voor een comfortabele houding, gebruik bijvoorbeeld een voedingskussen voor de ondersteuning van je kindje en maak zelf gebruik van een kussen in je rug wanneer dat nodig is. Voed alleen op plekken waar jij je fijn voelt en bepaal of mensen uit je omgeving daarbij mogen zijn of niet. Ruis vanuit de omgeving kunnen jou en je kindje onrustig maken, dit heeft een negatief effect op het geven van borstvoeding.
Het is goed om je baby in de eerste dagen geregeld aan te leggen (richtlijn: 8 tot 12 keer per dag).
Stuwing
Vanaf week 20ste week van je zwangerschap maak je moedermelk aan. Hormonen zorgen ervoor dat deze melk nog niet (volledig) vrijkomt. Sommige zwangere vrouwen zien tijdens hun zwangerschap al een beetje borstvoeding vrijkomen, dat is heel normaal. Na de geboorte van je baby komt de melk volledig vrij. Met het vrijkomen van moedermelk voelen je borsten in de eerste dagen gespannen aan. Je borsten raken vol, voelen warm aan en zijn gevoelig. We noemen dat stuwing. Stuwing wordt dus veroorzaakt door het op gang komen van de melkproductie en een verhoogde doorbloeding. Hoeveel last je van stuwing krijgt is per moeder verschillend. Soms voel je alleen dat ze wat gespannen zijn, maar ze kunnen ook zo groot worden dat een voedingsbeha niet meer past. Gelukkig zijn er verschillende manier om stuwing te verminderen.
Op het verminderen van stuwing gaan we nu niet verder in. Laat je goed informeren naar de mogelijkheden om stuwing te verminderen. Dit kan in jouw eigen verloskundigenpraktijk of door de kraamhulp in de kraamweek.
We adviseren je wel na te denken over de aanschaf van een kolfapparaat. Je kunt zelf een kolfapparaat aanschaffen of huren.
Regeldagen
Jouw baby bepaald zelf de hoeveelheid voeding. Door op sommige dagen meer te drinken stimuleren zij de aanmaak van borstvoeding, de zogenoemde regeldagen. Op deze dagen kan je baby wat onrustig zijn en veel om de borst vragen, geef hieraan toe. Zorg voor comfortabele kleding, maak het jezelf vooral makkelijk.
Na verloop van tijd is het goed dat je borsten soepeler aanvoelen. Het is een teken dat vraag en aanbod in evenwicht zijn. Als je baby genoeg blijft plassen (vier à vijf plasluiers per dag) komt het niets tekort.
Tijdens de kraamweek wordt je baby goed in de gaten gehouden door de kraamhulp en verloskundigen. Zij kijken mee of je kindje goed drinkt, wegen je kindje en tellen het aantal poep- en plasluiers. Allemaal manieren om te controleren of je kindje voldoende binnen krijgt.
Tot slot
Het kost soms wat tijd en oefening om te leren hoe je je baby aanlegt. Na de geboorte kan het even zoeken zijn naar de manier waarop jij het prettigst borstvoeding geeft. Probeer verschillende houding en ontdek wat bij jou en je baby past. Hoe vaak jij je baby in het begin aanlegt is belangrijk voor het succes van je borstvoeding. Je leert het samen met je baby. Wanneer je omgeving je steunt in het geven van borstvoeding, gaat het vaak makkelijker. Wil je extra begeleiding, dan kun je altijd de hulp van een lactatiekundige inschakelen. Lukt het (even) niet, dan kun je ook melk afkolven. Als dat niet gaat kun je ook bijvoeden met donormelk of poedermelk.
Als verloskundigenpraktijk zullen wij het geven van borstvoeding te allen tijde stimuleren. Maar alleen als moeder en kind er volledig (lichamelijk en emotioneel) achter staan. Het geven van borstvoeding mag niet ten koste gaan van moeder of kind.